Glaceon en Lapras genoten van de stille schoonheid van het winterbos. Glaceon creëerde sprankelende ijssculpturen met zijn ijzige adem. Lapras zong zachte, melodieuze deuntjes die door de besneeuwde bomen weergalmden. Samen gleden ze over een bevroren meer, hun bewegingen soepel en sierlijk. De bosdieren keken vol ontzag toe, opgewarmd door de vredige harmonie van de twee vrienden.