Er waren eens twee schattige eenhoorns. De een had roze manen, de ander blauw. Ze woonden in een magisch bos vol kleurrijke bloemen. De eenhoorns liepen samen onder de regenbogen. Ze hielden ervan om in beken te springen en met vlinders te spelen. Elke avond keken ze naar de sterren. Ze waren de beste vrienden ter wereld.